Vissen

In Zweden kun je zo’n 37 soorten vis vangen, gewone én edele soorten. De grootste daarvan zijn snoek, snoekbaars en baars, naast zalm, forel en vlagzalm in snelstromend water. Als je gaat vissen, check dan altijd bij het plaatselijke toeristenbureau of je een vergunning nodig hebt. Dat is niet voor alle wateren het geval, maar voor de meeste plekken wel. Een visvergunning in Zweden kost doorgaans erg weinig en is bij het toeristenbureau te koop.

Het visseizoen in Zweden

Het visseizoen wisselt per regio, omdat Zweden van noord tot zuid circa 2000 kilometer lang is en meerdere klimaatzones heeft. In het laaggelegen zuiden duurt het seizoen langs de kust, in kustrivieren en landinwaarts gelegen rivieren en meren doorgaans het hele jaar door. Wanneer je in de richting van Midden-Zweden met zijn dichte bossen gaat, geldt in het algemeen de periode april tot november en ga je verder naar het noorden, naar Lapland, dan gaat het om mei tot oktober.

Vissen in meren

Zweden heeft ongeveer 100.000 meren, dus er is altijd wel ergens een plekje om te vissen. Het grootste meer van Zweden is het zuidwestelijk gelegen Vänern, met een oppervlak van circa 5.600 vierkante kilometer. Het is zo groot dat het zijn eigen weersysteem en een archipel met zo’n 20.000 eilanden heeft. Dat levert fantastische hengelmogelijkheden op: je kunt er met een sleeplijn vissen op zoetwaterzalm en -forel, snoek en snoekbaars

Zuid-Zweden heeft voornamelijk laaglandmeren met snoek, snoekbaars en baars, plus een aantal gewone zoetwatervissoorten. Reis je verder naar het noorden, dan verandert het landschap: het wordt ruiger en heuvelachtiger en is bedekt met bossen. Je vindt er duizenden meren met snoek, baars en karper in het uiterste zuiden, alsmede met beekforel, vlagzalm en snoekbaars. Wanneer je de boomgrens in het noorden van Zweden nadert, daar waar de enorme sparrenbossen ophouden, nemen Arctische toendra’s, weidegronden, gletsjers en hoog oprijzende bergtoppen het over. Hier zitten de meren vol beekforel, vlagzalm en Arctische riddervis.

Over heel Zweden verspreid vind je welvoorziene Put & Take-meren, vooral in het midden en zuiden van het land.

Riviervissen

De grote riviersystemen tref je voornamelijk aan in het ruige noorden van het land. Het is verstandig een gids in te huren als je binnen de poolcirkel gaat vissen omdat het gebied dunbevolkt is en het terrein lastig kan zijn met extreme weersomstandigheden. Dat maakt het wel extra exotisch en charmant. Soorten om naar uit te kijken zijn onder andere beekforel, riddervis en vlagzalm. 

Er zijn nog diverse andere grotere rivieren die door het midden van Zweden lopen, zoals de rivier de Klarälven en Dalälven. De Dalälven stroomt in Midden-Zweden over een afstand van 200 kilometer zuidwaarts. Het gebied eromheen is een bonte schakering weiden, wetlands en markgronden. Werp je hengel uit om een snoek, een baars of een snoekbaars aan de haak te slaan. De grootste zoetwatersnoekbaars die in 2010 in Zweden werd gevangen, kwam uit deze rivier.

Voor zalm ga je naar de legendarische Mörrumsån-rivier in de provincie Blekinge in het zuiden van Zweden. Aan de oostkust loopt circa een dozijn rivieren door naar het midden van Zweden, met daarin zalm en zeeforel.

Vissen langs de kust

In het oosten grenst Zweden aan Finland en de Botnische Golf en in het westen aan Noorwegen en de Noordzee. Voor de oostkust van Zweden liggen talloze eilanden en scheren. Huur een boot of ga vissen vanaf de kust van een eiland diep in de archipel. De kans is groot dat je een grote zeeforel of snoek vangt.

Langs de zuidkust van Zweden kun je in de Hanöbukten en in de wateren bij Simrishamn prima vissen op zalm.  Blijf aan de westkust als diepzeevissen je aanspreekt. Je kunt er ook heel goed direct vanaf de rotsachtige kust je hengel uitgooien in diep water. Vis er op kabeljauw, makreel en zeeforel. De westkust staat met name bekend om zijn zeevis en schaaldieren. Ook een vistochtje met gids om op zeekreeften en oesters te vissen behoort tot de mogelijkheden.